Sociale contacten op de werkvloer: dat kan voorlopig echt nog niet

Thuiswerken is op dit moment voor kenniswerkers gemeengoed en het hele kantoorleven 'op de werkvloer' is stil komen te liggen. Veel bedrijven werken aan een 'terugkeerplan' maar zitten nog krampachtig vast in de oude manier van werken en maken een grote denkfout door werknemers mondjesmaat weer toegang tot het pand te willen geven.

Elkaar online zien, gebruikmaken van beeldbellen en teamwerken via het internet, het werkt voor veel bedrijven verrassend goed. Productiviteit is voor de meeste van hun teams niet verminderd en in veel gevallen zelfs verbeterd. Iedereen is op de hoogte van de laatste roddels door gebruik van 'sociale appgroepen'. Het koffiehoek-momentje aan het einde van de ochtend of einde van de middag is vervangen door een vast moment op de dag waarop iedereen elkaar tegelijk ontmoet op Microsoft Teams, Zoom, Dialy.co of Jitsi Meet.

Toch is er ook roep om zo snel mogelijk weer terug te keren naar de oude situatie. Dit wordt door werkgevers vertaald in 'hoe krijgen we mensen zo snel mogelijk weer naar kantoor met alle anderhalve-meter en mondkapjesscenario's die daarbij komen'. Ze zien daar echter drie dingen over het hoofd: mensen hebben concrete redenen om liever (of beter) op kantoor te werken, het risico op besmetting met het Coronavirus neemt evenredig toe met de duur die op kantoor doorgebracht wordt en een deel van het team op kantoor laten samenwerken legt een bom onder thuiswerken.

Liever op kantoor werken

Er zijn twee redenen waarom mensen liever naar kantoor gaan: het is gemakkelijker om werk en privé te scheiden als het werk niet thuis hoeft te gebeuren, en het vergroot de mogelijkheid voor sociale contacten. Het eerste wordt vaak met het laatste verweven en levert een moeilijk oplosbare vraag op die eigenlijk alleen opgelost kan worden door iedereen weer terug naar kantoor te laten komen. Maar los van elkaar zijn die behoeftes veel beter in te vullen: willen werken in een kantoor dat niet thuis is, en mensen 'zien'.

Gezondheidsrisico's door langdurige blootstelling

De formule die virologen gebruiken voor de kans op besmetting met het Coronavirus is de volgende:

Succesvolle besmetting met coronavirus = blootstelling x tijd

De factor 'blootstelling' kun je verkleinen met de anderhalve meter regel, regelmatig je handen wassen, thuisblijven als je je niet lekker voelt en het dragen van mondkapjes. De factor tijd kun je verkleinen door thuis te blijven. Als je maar lang genoeg bij elkaar in dezelfde ruimte doorbrengt dan heeft de factor 'blootstelling' niet meer zo'n grote invloed bij de besmettingskans. Je hebt dan effectief de maximale kans op besmetting bereikt. Niet iets wat je wilt als werkgever.

Bom onder thuiswerken

Als een deel van het team elkaar op kantoor ontmoet, ontstaan daar onderonsjes. Na verloop van tijd motiveert dat de thuiswerkers meer om ook op kantoor te gaan werken 'om niets te missen'. De momenten van elkaar online ontmoeten verminderen wat. Er wordt vaker tijdens een online meeting afgesproken elkaar even te informeren 'als we elkaar weer zien'. Mensen voelen zich buitengesloten. De wens om thuis te werken wordt minder sterk. Productiviteit van 'hybride' teams neemt af.

Om thuiswerken succesvol te houden moet íedereen thuiswerken.

Wat dan wel?

Op de korte termijn zouden werkgevers enkele van hun werknemers moeten faciliteren in persoonlijke werkruimtes, waar men ongestoord aan het werk kan. Niet op basis van open inschrijving, maar na een goed (online) gesprek met teamleider of coach zodat het objectief duidelijk is wat de drijfveer is voor een geïsoleerde kantoorruimte.

Ik denk dan aan het gebruik van kleine kantoortjes, ingericht voor 1 persoon: een bureau, een koffiemachine. Dat is het. Laptop op het bureau, internet via wifi, aan de slag. Niet per sé gecentraliseerd, maar beschikbaar in de regio waar de medewerkers wonen. Op fietsafstand zeg maar. Kwartiertje op de fiets, werkcontainer op, laptop uit de tas en aan het werk. Even naar de wc? Misschien een gedeeld toilet, maar even naar huis fietsen zou ook een oplossing kunnen zijn.

Communicatie met het team zou nog steeds via de online faciliteiten moeten plaatsvinden en elke vorm van sociaal contact tijdens het werk 'in het echt' zou dringend moeten worden ontmoedigd. Van en naar de ruimte zou met de normale anderhalvemeterregel moeten plaatsvinden.

Klinkt niet gezellig, maar werkt voor een aantal mensen beter dan thuiswerken. En sociale contacten op de werkvloer: dat kan voorlopig echt nog niet.

Coronavirus besmettingsgevallen: Nederland is aan de beurt

Sinds 30 december 2019 wordt vanuit Wuhan, China gerapporteerd over een griep-achtig virus dat ook van mens tot mens kan worden overgedragen en dat dodelijke slachtoffers heeft geëist. Dit virus heeft de naam 'new Coronavirus' gekregen. Het is een nieuw virus waarvoor nog geen vaccin bestaat. Over het algemeen komt een vaccin pas enkele jaren na het 'ontdekken' van een nieuw virus op de markt (bron WHO).

De stand van zaken op 29 februari 2020 is, dat het aantal besmettingen in China nu stabiliseert of zelfs afneemt. In Europa neemt het aantal besmettingsgevallen nu explosief toe. Ook in Korea lijkt het virus nu uit te breken.

Er wordt gespeculeerd over de herkomst van het virus. Analyse van het virus laat een overeenkomst van 96% zien met het SARS-gerelateerde Coronavirus dat bij vleermuizen voorkomt. Mogelijk is het virus van de vleermuis op een ander dier overgegaan, waar het is gemuteerd in een variant dat ook mensen kan besmetten. Het wordt aannemelijk geacht dat de Wuhan Food Market, waar vleermuizen en ander wild wordt verkocht, tenminste één van de infectiebronnen van het virus is geweest. Consumptie en besmetting door aanraking lijken de twee hoofdoorzaken.

Op deze pagina zijn links naar informatiebronnen over het Coronavirus opgenomen en wordt de omvang van de wereldwijde besmettingsgevallen met dit virus actueel gehouden.

Coronavirus in beeld

Gerapporteerde besmettingen in de tijd

De bron van deze grafieken zijn de statusrapporten van de WHO.

Wereldwijd

China

Europa

Overzichtskaart besmettingsgevallen Coronavirus

[rvm_map mapid="2937"]

Legenda: Rood 5000+ | Oranje 500+ | Geel: < 500

Preventie, behandeling en medicatie

Het Coronavirus heeft geen vaccin en er is geen geneesmiddel tegen het virus. Het lijkt er veel op dat dragers van het virus pas besmettelijk zijn na de incubatietijd van 1-14 dagen. De symptomen van de ziekte zijn: kortademigheid, koorts en droge hoest. De ziekte duurt enkele dagen tot een week en gedurende die tijd is de patiënt besmettelijk en kan het virus van mens op mens worden overgedragen. Contact opnemen (telefonisch) met de huisarts bij het vermoeden van het virus is verplicht. Afdoende hygiënische maatregelen (inclusief het dragen van mondkapjes en handschoenen door de verzorger) is daarom noodzakelijk. De behandeling van de symptomen kan bestaan uit het verlagen van de koorts, het bestrijden van droge hoest en het bestrijden van kortademigheid.

Informatiebronnen

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC)

World Health Organization (WHO)

Reuters

NOS

Nu.nl

Wikipedia

Grafiek met spaarrente en spaargeld saldi

Sparen versus beleggen: waarom banken het niet wíllen snappen

De rente op spaarrekeningen nadert de 0% en banken buitelen over zichzelf heen om te benadrukken waarom je meer met je spaargeld moet doen. Je zou bijna gaan geloven dat de bank je als je beste vriend een goedbedoeld advies geeft en dat je nu toch echt in beweging moet komen om 'iets' met je spaargeld te doen. Laat je echter niet gek maken: sparen is een heel andere sport dan beleggen en als je goed spaart hoéf je niet te beleggen.

Wie spaart die legt iets opzij om hier later de vruchten van te plukken. Als je iedere maand een deel(tje) van je salaris op een spaarrekening stort dan heb je na verloop van tijd een spaarpotje waar je leuke (of praktische) dingen mee kunt doen. Zo hebben de meeste mensen dat van hun ouders geleerd toen ze vroeger klein waren en zo werkt het nog steeds: sparen betekent 'opzij leggen' en niet nu uitgeven, maar 'later'.

Vroeger was er naast het sparen nog een extra reden om je geld op een spaarrekening te storten: de spaarrente. Toen ik klein was hadden we spaarrentes van 6% tot wel 10%. Als je dan 100 gulden op je spaarrekening had staan, was dat geld het jaar erop al 110 gulden. Tegenwoordig is dat niet meer zo en wordt je spaargeld niet automatisch meer waard. Heel erg is dan niet, want zo werkt sparen ook niet: je moet zelf steeds wat bijstorten om het bedrag hoger te krijgen. Veel mensen lukt dat prima. Saldo's op spaarrekeningen worden alsmaar hoger, er is dus niks mis met de spaarvaardigheid van veel Nederlanders.

Banken zijn echter van mening dat ze iets moeten vinden van al die groeiende saldo's en zien hun kans schoon om het beleggen nog maar eens onder de aandacht te brengen. Mensen die een deel van hun spaargeld gebruiken om te beleggen in fondsen en aandelen zijn er al zolang er banken zijn. Voor hen hoeft dat sparen allemaal niet meer zo en ze hebben vaak al een gedegen saldo op hun spaarrekening. Het beleggen van spaargeld is echter niet zonder risico's (hoewel het rendement ook prima kan zijn). Laat duidelijk zijn dat de bank geen enkel risico loopt als jij gaat beleggen. En dat is precies wat me dwarszit van het continue gepromoot van beleggen: het leidt succesvolle spaarders af van het sparen.

Ik verwacht van een bank dat deze heel onbaatzuchtig het spaargedrag van hun cliënten beloont door hiervoor complimenten te geven, misschien zelfs door een jubelende 'u hebt deze maand alwéér uw spaardoel gehaald, gefeliciteerd', of een 'laat u niet ontmoedigen door de deuk in uw spaarbuffer deze maand, houd gewoon vol'.

Maar als je dan toch wilt gaan beleggen, volg dan je eigen neus. Beleg eens een klein (of fictief) bedrag in een aandeel van een bedrijf waar je zelf écht in gelooft en kijk hoe dat aandeel zich over een paar maanden tot een jaar ontwikkelt. Gaat het de goede kant op? Dan is jouw neus misschien wel in staat om grotere bedragen sneller te laten groeien dan je kunt sparen.

In één keer goed, of leren van je fouten

Bij DevOps productontwikkeling hoor je heel paradoxaal twee schijnbaar tegengestelde uitspraken: "maak zo snel mogelijk fouten" en "doe het in één keer goed". Het eerste vertelt dat je niet bang moet zijn om fouten te maken, daar leer je van. Het tweede zegt dat je maar één kans hebt om een eindproduct aan de klant te presenteren en dat die dan maar beter goed kan zijn. Hoe combineer je deze wijze levenslessen?

Het (kunnen en mogen) maken van fouten bij het ontwikkelen van een product is randvoorwaardelijk voor de uiteindelijke kwaliteit ervan: je leert het meest van dingen die niet in één keer goed gaan en door fouten te maken (en te analyseren wat en hoe het fout ging) wordt je snel beter in wat je doet. Het kunnen en mogen maken van fouten stelt hoge eisen aan een werkomgeving; deze moet veilig en stimulerend zijn om starheid en 'een afrekencultuur' te voorkomen. Het scheppen van een klimaat waarin medewerkers fouten durven maken en daarmee de kwaliteit van hun eigen werk stelselmatig kunnen verbeteren vormt de grootste uitdaging bij het adopteren van de DevOps filosofie.

Aan de andere kant is productkwaliteit geen fenomeen dat bekend staat om haar vergevingsgezindheid: klanten en afnemers nemen over het algemeen geen genoegen met 'rammeldende' software of gebruiksvoorwerpen. Gelukkig heeft kwaliteit vele dimensies, en sommige van deze dimensies lenen zich uitstekend voor iteratieve verbetering. Functionele compleetheid bijvoorbeeld (de mate waarin een product alle eigenschappen vertoont die met de klant zijn afgesproken) valt prima met verwachtingsmanagement op te lossen. Maar aan het einde van de dag moet dat wat is opgeleverd het gewoon doen, en het liefst met een hogere flexibiliteit (de mate waarin een product meer kan dan wat de klant verwacht) dan afgesproken.

De combinatie van 'leer van je fouten' en 'maak een goed product' ligt dan ook in de oplevering en het uitvoeren van testen vlak voor die oplevering. Het is prima om in je eigen veilige omgeving fouten te maken en het is ook prima dat een product gedurende de ontwikkeling nog niet helemaal okee is. Zodra een product wordt opgeleverd echter is het alle zeilen bijzetten om ook de laatste onvolkomenheden die de gebruikskwaliteit beïnvloeden eruit te halen.


Hoe groot is mijn kofferbak?

Als je op zoek bent naar een nieuwe auto en nu rijdt in een Volvo V70 dan is er een gerede kans dat je naar een Tesla Model 3 aan het kijken bent. En je dan achter je oren krabbelt hoe je ooit al die hockeytassen / boodschappen / vakantiespullen in de '3' krijgt die je normaal in het vrachtruim van je V70 stouwt.

De eerste elektrische auto in de prijsklasse van een V70 met een ruime kofferbak moet ik nog zien, maar hoe groot een kofferbak dan precies moet zijn is nog wat mistig. De V70 is op dit gebied goed bedeeld, maar over het algemeen is die kofferbak niet veelgebruikt. Pas als je op vakantie gaat wil je de ruimte: de achterbanken kunnen dan meestal niet plat (want kinderen) en je moet het dan doen met de kofferbak zelf. Als je boodschappen doet kun je over het algemeen wel een achterbank platleggen als je extra ruimte nodig hebt. Iets aan vergelijkingsmateriaal is daarom belangrijk.

Elektrische auto's hebben vaak een extra bagageruimte in de motorkap; ruimte die ontstaat door het ontbreken van een grote benzinemotor. Dat geldt niet voor alle EA's overigens: een Hyundai Kona Electric bijvoorbeeld heeft op de plaats van de bezinemotor een warmtewisselaar voor de verwarming en koeling. De meeste moderne auto's hebben hiernaast geen reservewiel meer mee. Dat heeft verschillende redenen, maar bottom line is dat die ruimte soms beschikbaar komt als bagageruimte. Hybrides (auto's met zowel een benzinemotor als een elektromotor) boeten vaak in op bagageruimte en zijn sowieso een uitstervend ras; in de tabel hieronder kom je ze daarom niet tegen.

4 passagiers1 passagier
Volvo V70575 liter1600 liter
Tesla Model 3463 liter + 95 liter
(+85 voorzijde)
895 liter + 95 liter
(+85 voorzijde)
Hyundai Kona Electric332 liter1114 liter
Citroën Berlingo624 liter2800 liter
Citroën C5 Tourer505 liter1462 liter
Mercedes A (1e gen)390 liter1740 liter

De vraag, of de kofferbak van de Tesla Model 3 groot genoeg is voor dagelijks gebruik, wordt vaker gesteld:

De precieze afmetingen van de bagageruimte zijn lastig te geven, omdat de vorm van de kofferbak wat taps toeloopt en een draagbalk halverwege heeft. Maar laten we ruime maten nemen:

  • Kofferbak afmetingen ca. 95 cm breed, 107 cm diep (lang), 46 cm hoog
  • Kofferbak met banken plat ca. 95 cm breed, minimaal 170 cm diep (lang), 46 hoog. De feitelijk te gebruiken ruimte is een stuk groter, er zijn veel inhammen en de ruimte is aanzienlijk hoger in de cabine
  • Kofferbak verborgen ruimte ca. 69 cm breed, 46 cm diep, 31 cm hoog

Hoe veel bagage neem je mee? Hieronder een tabel met situaties (werk in uitvoering):

SituatieAantal passagiersLiters bagagePast in de Model 3
Normaal woon-werk verkeer010Ja
Boodschappen doen1150Ja
Hockey wedstrijd3 (geen keeper)240Ja
Hockey wedstrijd3 (met keeper)330Ja (?)
Weekendje weg met familie3400Ja

Rian van Rijbroek’s optreden in Nieuwsuur getoetst

Het bezoek van Rian van Rijbroek, 'expert cyberveiligheid' en 'schrijver van het boek De wereld van Cybersecurity en Cybercrime' aan het televisieprogramma Nieuwsuur op 29 januari 2018 heeft veel losgemaakt. In het programma werd aandacht besteed aan de DDOS aanvallen op internetdiensten van verschillende bedrijven, zoals de Belastingdienst, ING, ABN AMRO, Rabobank en KPN. Van Rijbroek's uitlatingen over naderend cyberonheil deden tal van autoriteiten op dit gebied over elkaar heen buitelen om het tegenovergestelde te beweren van wat zij vertelde. Hiernaast bleek een paar dagen later dat het boek dat zij samen met Willem Vermeend had geschreven op diverse plaatsen plagiaat pleegde. Moeilijk te volgen verhaal en een boek met geplagieerde teksten. Nieuwsuur distantieert zich dan ook van het interview met Van Rijbroek, zoveel is duidelijk. Zowel haar uitspraken als haar boek moeten het ontgelden:

De vraag is natuurlijk of het verhaal van Van Rijbroek helemaal is verzonnen, of dat Nieuwsuur om andere redenen gemeend heeft het verhaal te moeten ontkrachten.

Wat is er bijzonder aan deze DDOS aanvallen?

De eerste vraag is natuurlijk, wie het kan zijn die deze DDOS aanvallen uitvoert. Van Rijbroek:

De aanvallen zijn .. je ziet vanaf eh .. eind 2013 zie je bepaalde trend de aanvallen zijn groter, geavanceerder en het lijkt erop alsof iemand de beveiliging van de banken in dit geval, van de Belastingdienst in dit geval, aan het testen is. Dat eh .. daar eh .. ja je kunt nooit eh .. met zekerheid zeggen wie daar achter zit maar je zag dat er codes bij banken binnenzaten, Russische en Iraanse codes, en Noord-Korea. Er wordt gedacht aan hackersgroepen uit die drie landen.

Van Rijbroek suggereert zelf betrokken te zijn bij de analyse van de DDOS aanvallen. Dat zou dan bij de ING Bank, ABN AMRO, Rabobank of Belastingdienst geweest moeten zijn. De 'codes' waarover ze spreekt zouden dan al IP-adressen moeten zijn, of regionale informatie in een HTTP request.

Geldautomaten spuwen geld uit

Op de vraag, wat het doel geweest kan zijn van de hackers die de DDOS aanval hebben uitgevoerd antwoordde Van Rijbroek het volgende.

Ik eh gaf al aan dat hackers de beveiligingssystemen aan het testen zijn, dit is een vooraanval van iets groots dat gaat komen. En wat gaat dan komen, we hebben nu recent de afgelopen dagen en dat is eh informatie die ik eh vandaag heb doorgekregen van een veiligheidsdienst, hebben [we? ze? er?] mee te maken gehad en daar hebben [ze? we?] hetzelfde patroon gezien in de VS dus ook deze testaanvallen hebben uitgevoerd en nu zijn [ ] hebben diverse geldautomaten geld uitgespuugd op bepaalde tijdstippen en die zijn door geldezels zijn dat is dat geld opgehaald.

Kan dat kloppen? Geldautomaten die geld uitspugen? Bij nazoek blijkt het van wel en zelfs heel recent, met geldautomaten die zo te zien ook in Nederland worden gebruikt. Al sinds 2013 wordt over gehackte geldautomaten gesproken en fabrikanten Nixdorf en NCR waarschuwen hiertegen volgens Reuters. Geografisch zijn Taiwan, de VS en Duitsland aan de beurt geweest en worden veel Nederlandse geldautomaten in Duitsland door Nixdorf gemaakt. De laatste waarschuwing stamt van 29 januari 2018, de dag van het interview met Van Rijbroek. De waarschuwing van Van Rijbroek lijkt dan ook relevant en terecht.

Mobiele telefoons zijn heel gemakkelijk te hacken

Op de vraag hoe je jezelf kunt beschermen als je gebruik maakt van mobiel bankieren zodat er niet iets gebeurt met je gegevens of je geld geeft Van Rijbroek het volgende antwoord:

Ik zou in ieder geval als ik in zou loggen bij een bank zal ik .. zou ik het al doen via .. je kunt tegenwoordig inloggen of via VPN of via de beveiligde modus zoals bijvoorbeeld eh .. bij Apple, dan zou ik niet eh .. via de mobiele telefoon doen want mobiele telefoons .. ja die zijn gewoon heel gemakkelijk te hacken, locatiehacken, ook niet op een openbare .. ik zou [zelf geen app van bank op mijn telefoon zetten]. Ik zou .. als ik eh .. ik zou, als ik dus zeg maar zou bankieren met mijn gegevens zou ik zorgen dat ik dat op een computer doe die op een kabel is aangesloten dus ook niet op een wifi netwerk want die zijn ook gemakkelijk over te nemen en te hacken dus ik zou daar toch eh wel voor opletten.

Het antwoord van Van Rijbroek is (alweer) wat moeilijk te volgen, mogelijk omdat ze verschillende onderwerpen in haar antwoord wil verwerken en halverwege haar verhaal wordt geïnterrumpeerd, maar de stellingen "mobiele telefoons zijn heel gemakkelijk te hacken" en "wifi netwerken zijn gemakkelijk over te nemen" steken er wel bovenuit. Kan dat eenvoudig, smartphones hacken en op die manier de gebruiker geld of informatie ontfutselen?

De uitspraak over mobiele telefoons lijkt niet te passen bij moderne Apple- en Android telefoons. Zoveel geeft Van Rijbroek ook zelf al aan ("beveiligde modus [..] van Apple"). Ze zal het dus over andere telefoons hebben gehad. Wikipedia laat zien dat meer dan de helft van de Android gebruikers een verouderd besturingssysteem gebruiken. En Android vormt 74% van de telefoonmarkt. Dat maakt dat alleen al in Nederland meer dan 6 miljoen mensen met een hackbare Android telefoon rondlopen. En voor Android zijn veel, heel veel 'exploits' en 'hacks'. Lijkt erop alsof Van RIjbroek hier niet per se verkeerd zit, maar misschien een ongenuanceerd beeld probeert over te brengen.

Wifi netwerken zijn gemakkelijk over te nemen

Op de vraag hoe je veilig kunt bankieren adviseert Van Rijbroek om geen gebruik te maken van wifi netwerken "omdat die gemakkelijk zijn over te nemen". Heeft ze daar gelijk in? Daar hoeven we denk ik niet al te lang over nadenken: bankieren via een wifi access point is vragen om problemen:

Conclusie

Van Rijbroek's optreden in het NOS programma Nieuwsuur kwam weinig vertrouwenswekkend over met een hakkelend en wat gerepeteerd klinkend verhaal waarbij Van Rijbroek met enig regelmaat de draad leek kwijt te zijn. Toch lijkt er na enig Googelen inhoudelijk niets mis met de gegeven informatie: geldautomaten worden inderdaad in de landen om ons heen gehackt en de geldautomaten in Nederland lijken van hetzelfde fabrikaat als die in Duitsland worden gebruikt. Meer dan 6 miljoen Nederlanders lijken met een hackbare Android telefoon rond te lopen en veel wifi toegangspunten zijn eenvoudig over te nemen. Blijft over de vraag of Van Rijbroek de kennis uit eerste hand heeft, of het nieuws heel goed volgt. Op basis van haar uitspraken in Nieuwsuur wijst niets erop dat ze kennis uit eerste hand heeft opgedaan, maar juist alle informatie van horen zeggen heeft. Ze lijkt handig in het combineren van stukjes informatie tot iets wat op een antwoord lijkt.

Updates

  1. In de podcast van De Technoloog | BNR van 17 januari noemt Van Rijbroek in bijna iedere zin voorbeelden uit bronnen die ze soms bij name noemt. Dat verklaart mogelijk waarom de bronvermeldingen in haar boek zo haperen: het redactieteam heeft het waarschijnlijk gewoon opgegeven om alle bronnen erbij te zoeken. Haar 'boekenwijsheid' is echter opvallend.
  2. Ik lees net via Twitter een artikel van Joost Schellevis die stelt dat "informatie uit de echte wereld [door Van Rijbroek] aan elkaar [wordt] geknoopt en door de blender gehaald".
  3. Marcel van den Berg heeft een CV-onderzoek gedaan naar Rian van Rijbroek. Het resultaat is ontluisterend. De titel van zijn blog-entry "Nieuwsuur liet nep cybersecurityspecialist uitleg geven over DDoS-aanvallen Nederlandse banken" is veelzeggend en Vermeend lijkt er tot zijn nek in verwikkeld.
  4. Alexander Klöpping verwoordt zijn gedachten in zijn blog in vijf punten.
  5. Politie arresteert 18-jarige Oosterhouter op verdenking van de DDOS aanvallen.
  6. Volkskrant gaat in gesprek met de 18-jarige MBO scholier Jelle S. die achter de massale DDOS aanvallen blijkt te zitten. Hij zegt botnets te 'huren' en demonstreert dit aan de redactie van de Volkskrant door de internetaansluiting van de Volkskrant tijdelijk over te belasten.
  7. Een rechtzaak, aangespannen door Kaspersky, tegen de Telegraaf over een artikel waarin melding werd gemaakt van een inbraak op het netwerk van Kaspersky Lab, wordt door hen gewonnen.
  8. Een mooi samenvattend verhaal van Tubantia, over het turbulente verhaal achter Van Rijbroek.

Meer waddeneilanden dan je wist!

Wij komen met regelmaat op Texel, het eerste en grootste van de Nederlandse waddeneilanden. Onze kinderen kennen het 'TVTAS' ezelsbruggetje. Maar wist je dat die sinds een tijdje niet meer klopt, dat het eigenlijk 'NTVTAS' zou moeten zijn? En welke eilanden komen er na Schiermonnikoog? En hoe heten die zandplaten die tussen de eilanden verstopt liggen? Vandaag maar eens een onderzoekje gedaan. Er zijn meer dan 50 waddeneilanden waar meer dan 80 duizend mensen wonen!

Noorzee- en waddeneilanden

"Waddeneilanden," zegt Wikipedia, "liggen in de Noordzee, ten noorden van Nederland en Duitsland en ten westen van Denemarken. Tussen de eilanden en het vasteland ligt de Waddenzee. Het grootste eiland is het Nederlandse Texel, gevolgd door het Deense Rømø en het Duitse Sylt. Sylt heeft met ongeveer 21.000 inwoners de grootste bevolking van alle eilanden." Huh? Maar de Waddenzee lag toch zo'n beetje tussen Den Helder en Termunterzijl? Nee dus: "de Waddenzee (Fries: Waadsee, Duits: Wattenmeer, Deens: Vadehavet) is de binnenzee tussen de Waddeneilanden en de Noordzee aan de ene kant, en aan de andere kant het vasteland van Nederland, Duitsland en Denemarken."

Er wordt onderscheid gemaakt tussen eilanden en zandplaten. Eilanden staan (bij gemiddeld hoog water) voor tenminste 1,6 km2 boven water. Wikipedia: "Als de platen droogliggen kan er zich zand afzetten, waardoor ze steeds hoger worden. Sommige platen kunnen zo groeien dat ze alleen nog bij springvloed onder komen te staan of bij extreem hoogwater. Zo kunnen ze uitgroeien tot kleine eilanden."

Door de wind en de zee is er een hoop beweging in de Waddenzee. Zandplaten groeien, verkleinen en verplaatsen, eilanden ontstaan en verdwijnen. Het meest recente nieuwe eiland is het Duitse Kachelotplate, dat in 2003 ontstond. Gaswinning lijkt daar overigens geen rol bij te spelen.

In de tabel hieronder heb ik alle eilanden en zandplaten in de Waddenzee opgenomen. Veel eilanden zijn gewoon wat je zou verwachten: een stuk land in zee, huizen erop, strand en toegankelijk per veerboot. Maar er zijn er, die met een dijk toegankelijk zijn. Of waar héél weinig mensen wonen. Of slechts ééntje.

Nr Naam Type Land Oppervlakte Inwoners
1 Noorderhaaks Eiland Nederland 4 km² 0
2 Texel Eiland Nederland 161 km² 13614
3 Vlieland Eiland Nederland 36 km² 1072
4 Richel Zandplaat Nederland < 1 km² 0
5 Griend Zandplaat Nederland < 1 km² 0
6 Terschelling Eiland Nederland 86 km² 4832
7 Ameland Eiland Nederland  59 km²  3617
8 Rif Zandplaat Nederland < 1 km² 0
9 Engelsmanplaat Zandplaat Nederland  < 1 km² 0
10 Schiermonnikoog Eiland Nederland  44 km² 914
11 Simonszand Zandplaat Nederland  < 1 km² 0
12 Rottumerplaat Eiland Nederland 8 km²  0
13 Rottumeroog Eiland Nederland  3 km² 0
14 Borkum Eiland Duitsland 31 km²  5225
15 Lütje Hörn Zandplaat Duitsland  < 1 km²  0
16 Kachelotplate Eiland (2003) Duitsland  6 km²  0
17 Memmert Eiland Duitsland  5 km²  0
18 Juist Eiland Duitsland  16 km²  1.589
19 Norderney Eiland Duitsland 26 km² 5.875
20 Baltrum Eiland Duitsland  7 km²  617
21 Langeoog Eiland Duitsland  20 km²  1.757
22 Spiekeroog Eiland Duitsland 18 km² 773
23 Wangerooge Eiland Duitsland 5 km²  1.055
24 Minsener-Oldoog Eiland Duitsland 4 km² 0
25 Mellum Eiland Duitsland 8 km²  0
26 Langlutjen I & II Eilanden Duitsland 3 km²  0
27 Neuwerk Eiland Duitsland 3 km²  33
28 Scharhörn Zandplaat Duitsland < 1 km²  0
29 Nigehörn Zandplaat Duitsland < 1 km²  0
30 Trischen Eiland Duitsland 3 km²  1
31 Blauort Zandplaat Duitsland < 1 km²  0
32 Pellworm Eiland Duitsland 37 km²  1158
33 Nordstrand Schiereiland Duitsland 40 km²  2218
34 de Halligen (10) Eilandengroep Duitsland 23 km²  256
35 Amrum Eiland Duitsland 20 km²  2300
36 Föhr Eiland Duitsland 82 km²  8600
37 Sylt Schiereiland Duitsland 99 km²  21000
38 Rømø Schiereiland Denemarken 130 km²  1000
39 Mandø Schiereiland Denemarken 8 km²  30
40 Fanø Eiland Denemarken 56 km²  3207
41 Langli Zandplaat Denemarken < 1 km²  0

‘Tegelijk groen’ zorg voor verharding fietsersmentaliteit in de Stad

In de stad Groningen hebben fietsers sinds enkele jaren op diverse kruispunten met verkeerslichten gelijk groen. Dit zorgt voor een merkbaar snellere verkeersdoorstroming en de wachttijd voor fietsers (en hiermee het overige verkeer) wordt sterk verkort omdat fietsers niet meer op elkaar hoeven wachten. Het directe gevolg van 'gelijk groen' is echter ook dat de normale voorrangsregels op dat moment weinig betekenis meer hebben. Volgens de gemeente Groningen is 'gelijk groen' vooral "een verkeersveilige oplossing". Maar ik denk dat 'gelijk groen' ook een mentaliteitsverandering van fietsers in de Stad tot gevolg heeft, waarin fietsers ook in andere situaties op zoek gaan naar een voor hen veilige en snelle manier om door het verkeer te laveren. Op termijn zou 'gelijk groen' wel eens een veel mindere verkeersveilige oplossing kunnen zijn in alle andere verkeerssituaties dan op kruispunten met verkeerslichten. Ik zeg hier 'op termijn', maar bedoel daar eigenlijk nu al mee.

IMG_1033

Enkele jaren terug fietste ik met een collega voor het eerst over het kruispunt Europaweg-Griffeweg. Toen de verkeerslichten op groen sprongen zei mijn collega: "geen oogcontact maken met de fietsers die van rechts komen en hard doorfietsen." En op die manier zag ik vanuit mijn ooghoeken diverse fietsers van rechts op het laatste moment in de remmen hangen om een botsing met ons te vermijden. En eenmaal zelf in zo'n situatie gezeten herken je het gedrag bij andere fietsers meteen: elke keer als ik het kruispunt Hereweg-Zuiderpark passeer zie ik hele hordes fietsers pogen om zonder enig oogcontact zo snel mogelijk de kruising nemen. Meestal direct succesvol, soms met wat verbale ondersteuning zoals "ik heb voorrang hoor". En in de binnenstad zelf zie je veelvuldig dezelfde truuk, ook al zijn daar de verkeerstekens wél eenduidig. Op de kruising Radesingel-Trompstraat bijvoorbeeld hebben fietsers die van de Trompstraat vanaf de Trompbrug komen haaietanden op de weg en moeten dus wachten op het verkeer op de Radesingel. Maar ik heb nog nooit een fietser voorrang zien geven: geen enkele fietser zal een andere fietser ook wanneer de verkeersregels opperduidelijk zijn onvoorwaardelijk voorrang verlenen. Auto's is anders: daar werkt de 'recht voor je kijken' aanpak veel minder goed bij.

Ik ben er al jaren van overtuigd dat fietsers in Stad steeds meer een verkeersgroep wordt die het onderling niet zo nauw met de verkeersregels neemt. Nee, sterker, de verkeersregels altijd zo uitlegt dat er zo weinig mogelijk gestopt hoeft te worden. Ik denk dat 'gelijk groen' een handje helpt om de mentaliteit van fietsers te verharden. En ik denk dat we in een fase zitten waarin fietsers ook andere weggebruikers 'opvoeden' om hen de ruimte te geven.

Vervalsen van testresultaten

Volkswagen is betrokken bij één van de ergste milieuschandalen in de autoindustrie tot heden en de kans is groot dat ze het als merk niet overleven. Onderzoek van de Amerikaanse EPA heeft uitgewezen dat de software van "four-cylinder Volkswagen and Audi diesel cars from model years 2009-2015" de dieselmotoren voorzichtiger en zuiniger laat draaien tijdens emissietesten en "[t]his results in cars that meet emissions standards in the laboratory or testing station, but during normal operation, emit nitrogen oxides, or NOx, at up to 40 times the standard". Ik heb geen VW diesel en er nog nooit eentje gehad ook. Maar ik begrijp het testvak heel goed en kan me goed voorstellen hoe deze situatie is ontstaan. En ook wat de gevolgen gaan zijn, ondanks de panische pogingen van Volkswagen om de hele situatie onder controle te krijgen.

Volkswagen heeft, aldus het rapport van de EPA, een reeks automodellen, variërend van Beetle, Golf, Passat en Audi A3, voorzien van motormanagementsoftware dat rekening houdt met testomstandigheden en onder die omstandigheden de motor beduidend 'schoner' laat draaien. Dit heeft tot gevolg dat deze dieselmotoren tijdens de testen heel goed scoren, maar bij werkelijk gebruik tot 40 keer de toegestane uitstoot geven. Dat heeft ervoor gezorgd dat bij alle officiële testen deze motoren tot schoonste in hun klasse zijn uitgeroepen, een gegeven waarmee Volkswagen jaren heeft geadverteerd.

Gisteren reden we in Duitsland en hoorden we op de radio de Duitse stand van zaken rondom dit 'softwareprobleem', aldus de radio-DJ. Het zou gaan om wereldwijd "10 miljoen auto's en de eigenaren hiervan zouden gratis een software update krijgen om de softwarefout te herstellen." Dat is ook een manier om paniek te voorkomen. Het vervalsen van testresultaten is echter geen 'softwarefout' maar een doelbewuste poging de auto's in de testen beter naar voren te laten komen dan in het werkelijke gebruik mogelijk zou zijn. 'Vapourware' is de term.

Wat mogen we verwachten als resultaat van deze fraude:

  • De media probeert dit gegeven zo lang mogelijk uit te melken en zal iedere softwarefout interpreteren als 'net zoals Volkwagen'
  • De EPA gaat ook andere merken en types auto's aan de tand voelen en tot de conclusie komen dat er nog veel meer gesjoemeld is
  • De Nederlandse Belastingdienst zal in eerste instantie niet moeilijk doen, maar dan onder druk van de EU besluiten tot naheffing op de 'vieze diesels' en de bijtelling met terugwerkende kracht verhogen
  • Volkswagen zal verantwoordelijk worden gehouden voor de extra vervuiling en extra bijtelling en zal de auto eigenaren moeten compenseren. Verschillende advocatenkantoren zullen hier collectieve rechtszaken voor beginnen
  • De consument zal geen genoegen nemen met een software update waarmee de testresultaten nu niet meer worden vervalst, hij zal de schone diesel willen waarvoor hij heeft betaald. Na de software update zijn alle Volkswagens 'vieze diesels' geworden met een 40 keer hogere uitstoot dan wettelijk toegestaan. Het gevolg is dat Volkswagen grote investeringen moet doen in álle auto's die zijn voorzien van de gewraakte software. Deze aderlating zal Volkswagen niet te boven komen

Haal de popcorn maar uit de kast!

 

 

 

De Fermi Paradox

Afgelopen week kwam in de auto het onderwerp 'buitenaardsen' bij de kinderen op. En waar die dan wonen, op Mars ofzo. En dat er nog wel meer planeten moesten zijn bij andere sterren. Als ouder herinnerde ik me de Fermi paradox enigszins, die bekend staat als de vraag van Enrico Fermi, "waar is iedereen?". Een goed excuus om de details nog een keer boven te halen van één van de grootste vraagstukken waar de wetenschap mee worstelt: "Is er intelligent leven op andere planeten?"

Het heelal is groot. Naar alle waarschijnlijkheid, volgens natuurkundige wetten die we nog niet begrijpen, oneindig groot. Het heelal bevat een eindig, maar nog steeds onvoorstelbaar groot aantal melkwegen. Eén van die melkwegen is de onze. Iedere melkwegstel bevat een eindig, maar echt onvoorstelbaar groot aantal zonnestelsels: een ster met nul of meerdere planeten die eromheen cirkelen. In onze eigen melkweg bevinden zich tussen de 100 en 400 miljard sterren. Er zijn naar schatting 250 miljard melkwegen in het gehele heelal. En dat maakt dat er tussen de 1022 en 1024 sterren bestaan. In vergelijking, dat zijn 10.000 sterren voor iedere korrel strandzand op aarde.

Niet alle sterren zijn van het type 'zon' en niet alle zonnen hebben een 'aarde-achtige' planeet om zich heen cirkelen. De meest conservatieve tellingen stellen dat 1% van de sterren een min-of-meer bewoonbare planeet heeft en dat maakt dat er naar schatting 100 'aarde-achtige' planeten bestaan voor iedere korrel zand op aarde. Dat zijn heel veel mogelijke plaatsen waar intelligent leven kan ontstaan, heel veel planeten waar een intelligente beschaving op zou kunnen (hebben) bestaan.

Op hoeveel planeten van het type 'aarde' kan intelligent leven bestaan? De schattingen lopen hier weer uiteen, maar gegeven een voldoende lange tijdspanne, zou er op 1 op de 100 'aarde-achtige' planeten intelligent leven kunnen zijn. Als we dan naar onze eigen melkweg kijken dan verwachten we alleen hier al 100.000 planeten met intelligente beschavingen. 100.000.

Er zijn verschillende organisaties die actief en intensief zoeken naar signalen van beschavingen op andere planeten. SETI is de bekendste. En de gezelligste, als we de Nederlandse tak mogen geloven. Als we gelijk hebben met 100.000 beschavingen en een fractie hiervan zendt (net als wij) signalen uit om contact te leggen met andere beschavingen dan zou je verwachten dat er al contact is geweest. Maar dat is niet zo. We hebben geen enkel signaal van buiten opgevangen. Geen hik.

Onze aarde is 4,54 miljard jaar oud. We zijn een planeet met een gemiddelde leeftijd. Dat betekent dat er ook veel oudere planeten zijn. De beschaving van een planeet van 6 miljard jaar oud zou wel eens 1,5 miljard jaar vóór kunnen lopen op de beschaving van de aarde. Je zou verwachten dat die beschaving in 1,5 miljard jaar het probleem van goedkoop ruimtereizen heeft opgelost en de hele melkweg bezocht en bevolkt heeft. We zouden in elk geval sporen van hun bezoek aan de aarde gevonden moeten hebben. Maar dat hebben we niet. Dit vormt de kern van de Fermi-paradox: er zijn genoeg planeten waar leven op heeft kunnen ontstaan en veel planeten hebben tijd genoeg gehad om intelligente beschavingen voort te brengen die hele melkwegen bevolkt moeten kunnen hebben. Waar is iedereen?

De Fermi-paradox heeft geen oplossing of antwoord, maar voldoende speculatie en gissingen, die in twee kampen vallen:

  • Er zijn geen sporen en signalen gevonden van buitenaardse beschavingen, omdat er geen buitenaardse beschavingen zijn
  • Er zijn buitenaardse beschavingen, maar er zijn logische verklaringen voor waarom we niets van hen hebben gehoord

Econoom Robin Hanson heeft in 1996 een artikel geschreven getiteld The Great Filter - Are We Almost Past It?, dat nog steeds het centrale werk in het eerste kamp vormt. Samengevat stelt het, dat het ontstaan van een beschaving samenhangt met een aantal onwaarschijnlijke gebeurtenissen (filtersdie maken dat er ofwel op heel weinig planeten leven kan ontstaan, of dat een beschaving na een bepaalde tijd niet meer kan overleven. Bijvoorbeeld omdat de vaardigheid om grootschalig ruimtereizen te maken meestal naijlt op overbevolking en klimaatveranderingen: de planeet is 'op' voordat de bewoners ervan kunnen 'ontsnappen'. Maar Hanson is slechts één van de velen met een theorie.

Eén van mijn favoriete SF-auteurs, Alastair Reynolds, gebruikt de Fermi Paradox en het filter vaak als thema in zijn boeken. En ook hij is niet de enige.

Het tweede kamp speculeert over verschillende verklaringen, die uiteenlopen van dat de overheid contacten in een doofpot stopt, tot 'we zijn nog niet voldoende ontwikkeld om contact te leggen' en we worden in de gaten gehouden maar met rust gelaten.

Overigens is er nog een derde kamp, die stelt dat de wetenschap er bewust een potje van maakt en dat de aarde gewoon zo oud is als in de Bijbel wordt gesteld, namelijk 8.000 jaar.