De Fermi Paradox
Afgelopen week kwam in de auto het onderwerp 'buitenaardsen' bij de kinderen op. En waar die dan wonen, op Mars ofzo. En dat er nog wel meer planeten moesten zijn bij andere sterren. Als ouder herinnerde ik me de Fermi paradox enigszins, die bekend staat als de vraag van Enrico Fermi, "waar is iedereen?". Een goed excuus om de details nog een keer boven te halen van één van de grootste vraagstukken waar de wetenschap mee worstelt: "Is er intelligent leven op andere planeten?"
Het heelal is groot. Naar alle waarschijnlijkheid, volgens natuurkundige wetten die we nog niet begrijpen, oneindig groot. Het heelal bevat een eindig, maar nog steeds onvoorstelbaar groot aantal melkwegen. Eén van die melkwegen is de onze. Iedere melkwegstel bevat een eindig, maar echt onvoorstelbaar groot aantal zonnestelsels: een ster met nul of meerdere planeten die eromheen cirkelen. In onze eigen melkweg bevinden zich tussen de 100 en 400 miljard sterren. Er zijn naar schatting 250 miljard melkwegen in het gehele heelal. En dat maakt dat er tussen de 1022 en 1024 sterren bestaan. In vergelijking, dat zijn 10.000 sterren voor iedere korrel strandzand op aarde.
Niet alle sterren zijn van het type 'zon' en niet alle zonnen hebben een 'aarde-achtige' planeet om zich heen cirkelen. De meest conservatieve tellingen stellen dat 1% van de sterren een min-of-meer bewoonbare planeet heeft en dat maakt dat er naar schatting 100 'aarde-achtige' planeten bestaan voor iedere korrel zand op aarde. Dat zijn heel veel mogelijke plaatsen waar intelligent leven kan ontstaan, heel veel planeten waar een intelligente beschaving op zou kunnen (hebben) bestaan.
Op hoeveel planeten van het type 'aarde' kan intelligent leven bestaan? De schattingen lopen hier weer uiteen, maar gegeven een voldoende lange tijdspanne, zou er op 1 op de 100 'aarde-achtige' planeten intelligent leven kunnen zijn. Als we dan naar onze eigen melkweg kijken dan verwachten we alleen hier al 100.000 planeten met intelligente beschavingen. 100.000.
Er zijn verschillende organisaties die actief en intensief zoeken naar signalen van beschavingen op andere planeten. SETI is de bekendste. En de gezelligste, als we de Nederlandse tak mogen geloven. Als we gelijk hebben met 100.000 beschavingen en een fractie hiervan zendt (net als wij) signalen uit om contact te leggen met andere beschavingen dan zou je verwachten dat er al contact is geweest. Maar dat is niet zo. We hebben geen enkel signaal van buiten opgevangen. Geen hik.
Onze aarde is 4,54 miljard jaar oud. We zijn een planeet met een gemiddelde leeftijd. Dat betekent dat er ook veel oudere planeten zijn. De beschaving van een planeet van 6 miljard jaar oud zou wel eens 1,5 miljard jaar vóór kunnen lopen op de beschaving van de aarde. Je zou verwachten dat die beschaving in 1,5 miljard jaar het probleem van goedkoop ruimtereizen heeft opgelost en de hele melkweg bezocht en bevolkt heeft. We zouden in elk geval sporen van hun bezoek aan de aarde gevonden moeten hebben. Maar dat hebben we niet. Dit vormt de kern van de Fermi-paradox: er zijn genoeg planeten waar leven op heeft kunnen ontstaan en veel planeten hebben tijd genoeg gehad om intelligente beschavingen voort te brengen die hele melkwegen bevolkt moeten kunnen hebben. Waar is iedereen?
De Fermi-paradox heeft geen oplossing of antwoord, maar voldoende speculatie en gissingen, die in twee kampen vallen:
- Er zijn geen sporen en signalen gevonden van buitenaardse beschavingen, omdat er geen buitenaardse beschavingen zijn
- Er zijn buitenaardse beschavingen, maar er zijn logische verklaringen voor waarom we niets van hen hebben gehoord
Econoom Robin Hanson heeft in 1996 een artikel geschreven getiteld The Great Filter - Are We Almost Past It?, dat nog steeds het centrale werk in het eerste kamp vormt. Samengevat stelt het, dat het ontstaan van een beschaving samenhangt met een aantal onwaarschijnlijke gebeurtenissen (filters) die maken dat er ofwel op heel weinig planeten leven kan ontstaan, of dat een beschaving na een bepaalde tijd niet meer kan overleven. Bijvoorbeeld omdat de vaardigheid om grootschalig ruimtereizen te maken meestal naijlt op overbevolking en klimaatveranderingen: de planeet is 'op' voordat de bewoners ervan kunnen 'ontsnappen'. Maar Hanson is slechts één van de velen met een theorie.
Eén van mijn favoriete SF-auteurs, Alastair Reynolds, gebruikt de Fermi Paradox en het filter vaak als thema in zijn boeken. En ook hij is niet de enige.
Het tweede kamp speculeert over verschillende verklaringen, die uiteenlopen van dat de overheid contacten in een doofpot stopt, tot 'we zijn nog niet voldoende ontwikkeld om contact te leggen' en we worden in de gaten gehouden maar met rust gelaten.
Overigens is er nog een derde kamp, die stelt dat de wetenschap er bewust een potje van maakt en dat de aarde gewoon zo oud is als in de Bijbel wordt gesteld, namelijk 8.000 jaar.